06-08-2020

VERS magazine

De stem van... Lazlo & Dylan Tonk

Elke maker heeft een unieke stem, die wij graag willen laten horen. Binnen deze rubriek kunnen makers vertellen over alles wat hun drijft om maker te zijn. Deze keer gingen we in gesprek met filmmakers en tweelingbroers Dylan en Lazlo Tonk. Ze gaan op dit moment de wereld over met hun documentaire Galore (2019), maar zijn ook bekend van hun korte fictiefilm Uitgesproken (2013). VERS sprak met hen over hun gemeenschappelijke visie en wat ze als filmmakers willen bereiken.


De diversiteit van hun producties zit hem niet enkel in het feit dat ze zowel documentaire als fictie maken, maar ook in hun onderwerpen en thema’s. Lazlo en Dylan, zelf allebei homo, kiezen voor hun films verhalen met dilemma’s die dicht bij henzelf staan. Zo is Uitgesproken een fictief verhaal over een vriendschap tussen twee jongens die onder druk komt te staan als één van de twee uit de kast komt. In de documentaire Galore volgen Dylan en Lazlo drag sensatie Lady Galore, die een maagverkleining ondergaat om toenemende gezondheidsklachten het hoofd te bieden. Voor Sander, de man achter Lady Galore, betekent dit een keuze tussen zijn passie en zijn gezondheid. Wat kies je in zo’n situatie?

 
Hoe en waarom zijn jullie filmmakers geworden?
Dylan: Het begon met onze wens om samen verhalen te vertellen. Al van jongs af aan schreven we veel en maakten we samen striptekeningen. Daarnaast keken we veel films; we kenden de videotheek van Arnhem-Zuid op ons duimpje. 
Lazlo: Vanuit het kijken groeide het inzicht dat filmmaken een vak was. Uiteindelijk zijn we Filmwetenschap gaan studeren om alles over film te leren. We hebben destijds ook gekeken bij de Nederlandse Filmacademie, maar daar moest je kiezen of je bijvoorbeeld documentaire regisseur, schrijver of producent wilde worden. Wat wij wilden, zat daar niet tussen. Vanuit de theoretische basis van filmwetenschap zijn we gaan experimenteren met film en zo ontstond het besef: we willen gewoon met zijn tweeën films maken. 
 


Dylan en Lazlo Tonk (Foto: Sanne Sprenger)


Hoe komen jullie tot een onderwerp en/of verhaal? 
Lazlo: Ik denk dat bij ons meespeelt dat er, zeker toen wij opgroeiden, weinig verhalen waren met een homoseksueel hoofdpersonage of een wat diverser beeld van de samenleving. Vroeger waren al die verhalen ‘jongen ontmoet meisje’. Daar identificeer je je op een bepaalde manier wel mee, maar als er dan opeens twee jongens in de hoofdrol zijn, voelt dat toch intenser. Dan besef je dat je wat aan representatie mist. Dat geeft bij ons nu vaak de doorslag om te zeggen: dit is een belangrijk verhaal om te vertellen. Zeker met Uitgesproken voelden we: dit is nodig. Zo’n film hadden we vroeger zelf willen zien. Door samen dit soort verhalen te schrijven verkennen we ook onze eigen identiteit. We merken namelijk dat wij als tweeling toch een andere kijk op de maatschappij hebben dan wanneer je een eenling bent.
Dylan: Omdat we dicht bij onszelf blijven, bevinden de verhalen zich vaak al om ons heen. De documentaire over Lady Galore komt bijvoorbeeld voort uit het feit dat we bevriend raakten met Sander nadat ik een lipdub maakte voor een bruiloft van vrienden. Ook Lady Galore deed hieraan mee en toen we aan de praat raakten was al snel het idee geboren om samen een lipdub te maken met 50 drag queens. En daarna eentje met 100 drag queens; het werd steeds ambitieuzer. Uit die samenwerking kwam toen het idee voor de docu naar boven. Toen Sander vertelde voor welk dilemma hij stond, wisten wij dat wij degenen waren die dit verhaal moesten vertellen.

 
“Als je het zelf al niet voelt, waarom zou je dan verwachten dat een ander dat wel ervaart?”
 

Wat staat voor jullie centraal bij het maken van films?
Dylan: De emotie. We willen dat het gevoel klopt. Als kind waren we grote horrorfans. Horror gaat natuurlijk om dat extreme gevoel van angst wat je als kijker ervaart. Het feit dat film zulke heftige emoties kan losmaken… Dat is iets wat wij ook willen bereiken. Tijdens de montage van Galore waren we continu bezig met de balans van drama en komedie. Het was best een zwaar verhaal, terwijl Sander heel veel humor met zich mee brengt. Je kan natuurlijk niet elke scene eindigen met een grap, maar door wat humor in de zwaardere scenes te leggen, creëer je lucht. Die balans zoeken vinden we zowel leuk als belangrijk om te doen.
Lazlo: Ik heb bij Galore nog steeds verschillende momenten die me veel doen. Dat vind ik altijd een goed kompas om te bepalen of het een kijker zal raken; als je het zelf al niet voelt, waarom zou je dan verwachten dat een ander dat wel ervaart?
 
Wat zien jullie als elkaars kracht en valkuil?
Lazlo:
Dylan is een echte doorzetter. Als ik tijdens het monteren bij een scene denk ‘dit is wat het is’, wil Dylan vaak nog doorgaan, omdat er iets beter kan. Dat vind ik een hele mooie eigenschap. 
Dylan: Ik denk dat Lazlo analytischer is. Hij kan echt rationeel ontleden en doorzien waar het knelt. Toch merk ik dat ook hij een doorzetter is en ik ook analytisch. We hebben veel dezelfde eigenschappen en hebben aan een half woord genoeg. Hierdoor is het soms moeilijk om onze motivatie van tevoren op papier te krijgen; we hoeven elkaar maar aan te kijken om te weten dat we het belangrijk vinden, maar om dat te verwoorden… Daar kunnen we nog in groeien. 
 
Wat is jullie grootste droom?
Lazlo: We schrijven nu aan een lange speelfilm die we ook samen willen regisseren. Het verhaal verkent de thematiek van een bepaalde vorm van klonen in de nabije toekomst. Omdat wij als identieke tweeling genetisch elkaars kloon zijn, hebben we hier altijd al een nieuwsgierigheid naar gehad.
Dylan: Ons DNA is hetzelfde, maar als er een van ons zou overlijden, heb je toch het idee dat er iets verloren gaat; ondanks het feit dat je DNA-kopie dan nog steeds aanwezig is. Onze identiteit vormt elke keer weer een bron van inspiratie voor de films die we nog willen maken.
 
 
 
Tekst: Lysette Rindertsma

 

 

VERS VOLGEN

     

SCHRIJF JE IN
VOOR DE NIEUWSBRIEF